Beschrijving
Het begin van alles
Een nieuwe geschiedenis van de mensheid
David Graeber en David Wengrow
In de reeks boeken die de geschiedenis herschrijven is dit een niet te missen publicatie. Hij leest vlot weg en zet de oude geschiedschrijving in een ander daglicht. De auteurs die tien jaar besteedden aan het schrijven van ‘Het begin van alles’ leggen uit hoe huidige geschiedschrijving aan twee narratieven is opgehangen. En weten deze verhalen te weerleggen met een duizelingwekkende hoeveelheid inzichten van de laatste decennia.
Het eerste basisverhaal of narratief is afkomstig van de filosoof J.J. Rousseau. Deze Zwitser ging ervan uit dat de oorspronkelijke onschuld van de mensheid en onze ongewilde vertrek hieruit zou leiden tot slavernij. De mensheid komt voort uit jager-verzamelaars die in kleine groepen over de wereld verspreid leefden. Na de landbouwrevolutie en de opkomst van de steden zou de ‘beschaving’ en ‘de slaaf’ zijn ontstaan, zo luidt het verhaal. Dit leidde tot de opkomst van ‘alles wat slecht is aan het menselijk leven’. Denk daarbij aan het patriarchaat, staande legers, massa-executies en bureaucratie’.
Het tweede narratief komt uit de koker van Hobbes. De Engelsman meende dat mensen zelfzuchtige wezens zijn en verre van onschuldig, die in feite leven in een oorlogstoestand. Dankzij mechanismen van onderdrukking, denk aan regering, rechtbank en politie, is er enige vooruitgang geboekt. Met andere woorden onze ‘lagere instincten’ moeten onderdrukt worden.
Jagers-verzamelaars
De schrijvers zijn het oneens met deze uitgangspunten en weerleggen deze met nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zo melden ze dat de wereld voor de opkomst van de landbouw bestond uit veel meer dan alleen jagers-verzamelaars.
Ze stellen dat de landbouw niet leidde tot het ontstaan van privé-eigendom zoals in het algemeen wordt aangenomen. En in de eerste steden van de wereld was helemaal geen behoefte aan autoritaire heersers.
Narratieven
Beide narratieven gaan eigenlijk uit van een negatief mensbeeld. De schrijvers geven aan in het vervolg van het boek uit te willen gaan van mensen die fantasie hebben en intelligent en ludiek zijn.
Een van de vele argumenten waarmee ze het verhaal van Rousseau weerleggen is door te verwijzen naar Poverty Point. Dit is een verzameling van bouwsels, waarvan er meer voorkomen langs de kusten van de Atlantische Oceaan en rond de Golf van Mexico, die niet kunnen passen qua inzichten en bouw bij het idee van de jager-verzamelaar. Ze stammen uit dezelfde periode en zelfs van ervoor.
Iets soortgelijks treffen we aan in Japan. Evenals grote stenen wallen die vier of vijf duizend jaar geleden zijn aangelegd aan de Botnische Golf (Scandinavië).
Ook het verhaal van Hobbes wordt tegengesproken met vondsten. Zij verwijzen daarvoor naar de Wendat of Huron, een Amerikaans inheems volk. Deze inheemsen straften bijvoorbeeld niet de schuldigen, maar drongen erop aan dat de familie van de schuldige een schadevergoeding betaalde. Dus niet de schuldigen, zoals bij Hobbes, ondergingen de straf maar de gemeenschap van het individu. Hiervoor is een heus apparaat opgetuigd.
Daarnaast konden ambtsdragers bevelen geven, die niemand verplicht was op te volgen. De mensen garandeerden elkaar de middelen voor een onafhankelijk bestaan. En zij zorgden ervoor dat niemand ondergeschikt was aan een ander! Dit alles zonder onderdrukking. Blijkbaar zijn we niet zo afhankelijk van een apparaat dat de monopolie over geweld heeft als dat apparaat ons wil doen geloven.
Niet klopt
De antropoloog David Graeber en archeoloog David Wengrow tonen aan dat het gangbare verhaal over het ontstaan van de mensheid niet klopt. Daarmee levert het indirect kritiek op de bekende boeken van Steven Pinker, Jared Diamond en Yuval N. Harari.
Ze beschrijven prehistorische megasteden, onontdekte matriarchaten, landbouwweigeraars en andere samenlevingen die dat laten zien.
Specificaties
Het begin van alles
Ondertitel: Een nieuwe geschiedenis van de mensheid
Auteurs: David Graeber en David Wengrow
ISBN 9789493213616
Pagina’s 584
Prijs 35,00